Ons veiligheidsbeleid

Veiligheid

Om de kampen van Stichting de Ruime Wind zo veilig mogelijk te laten verlopen heeft het bestuur
van de stichting een aantal richtlijnen opgezet om dit te waarborgen:

Voor elke vrijwilliger is het verplicht om een VOG (verklaring omtrent gedrag) aan te vragen. Hier zijn
geen kosten aan verbonden.

Elke vrijwilliger ondertekent en onderschrijft voor aanvang van de kampen de “Gedragscode voor
vrijwilligers die meedraaien op een van de kampen van de Stichting de Ruime Wind”.
Het bestuur stelt voor aanvang van de kampen een kampvertrouwenspersoon aan. Daarnaast is er
ook een door het bestuur aangestelde, externe vertrouwenspersoon.
Deelnemers en vrijwilliger die op enige manier over de schreef gaan, worden op passende manier
aangesproken dan wel weggestuurd of geroyeerd.

Binnen het bestuur is er een bestuurslid dit de portefeuille ‘veiligheid’ beheerd. Hij of zij is
verantwoordelijk voor het ondersteunen van de (kamp)vertrouwenspersonen, het organiseren van
de verklaringen omtrent gedrag, het beheer van de zwarte lijst en het organiseren van de
intentieverklaringen.

1. Verklaring omtrent gedrag (vog)
Elke vrijwilliger die meegaat op een kamp zal een verklaring omtrent gedrag moeten aanvragen en
deze ook moeten krijgen. Als een vrijwilliger een jaar niet mee kan op een kamp dan is het niet nodig
om een nieuwe verklaring aan te vragen. Gaat een vrijwilliger meerdere jaren niet mee en is ook niet
meer actief bij andere activiteiten van de stichting (bestuur of vriendenweekend) dan dient deze
vrijwilliger een nieuwe verklaring aan te vragen. Omdat we als stichting alleen vrijwilligers hebben
die een VOG kunnen overleggen, hebben wij als stichting enige zekerheid als het gaat over de
geschiedenis van de vrijwilliger. Een vrijwilliger die elk jaar meegaat en ook actief is bij de andere
activiteiten hoeft niet elk jaar een verklaring gaan te vragen. We hebben dan voldoende zicht op
eventuele dingen die gebeuren. Ook voor de bestuursleden en de vrijwilligers die de bus begeleiden
geldt de verplichting voor het aanvragen van een VOG.

Omdat wij als stichting werken met vrijwilligers die een keer in het jaar actief zijn, is het lastig om
door het jaar heen zicht te hebben op wat er gebeurt. Daarom behoudt De Ruime Wind zich het
recht om de vrijwilliger een nieuwe VOG te laten aanvragen.

2. Gedragscode
Aan het begin van elk kamp zal elke vrijwilliger die gedurende een de week een of meerdere dagen
aanwezig is de gedragscode van de stichting ondertekenen. Hiermee geeft de vrijwilliger aan het hier
mee eens te zijn en hiernaar te handelen

3. Vertrouwenspersoon
Voor elk kamp zal vanuit het bestuur een vertrouwenspersoon aangewezen worden. De taken van
deze persoon zijn nader omschreven is het document ‘de ruime wind: de taakverdeling’. De
belangrijkste taak van deze vertrouwenspersoon is het toezien op de emotionele en fysieke
veiligheid van de deelnemers. Deze persoon zal vanuit zijn functie de algemeen leiding van het kamp
ondersteunen en wijzen op eventuele gebeurtenissen en op incidenten. Voor deze functie in het
kamp is geen vooropleiding vereist. Wel is het wenselijk dat de vertrouwenspersoon affiniteit en/of
ervaring heeft met begeleiding van kwetsbare kinderen. Er kan gedacht worden aan iemand uit het
onderwijs of uit de psychische of sociale zorg. De vertrouwenspersoon is er zowel voor deelnemers
als vrijwilligers.

Naast de vertrouwenspersoon in het kamp is er ook een vertrouwenspersoon voor de hele stichting.
Deze persoon heeft geen bestuurlijke functie en is ook geen vrijwilliger die meegaat met de kampen.
Deze persoon is via mail of post bereikbaar. De taak van deze vertrouwenspersoon is het bemiddelen
in conflicten en het monitoren van het veiligheidsbeleid van de stichting.
Post: via de postbus ter attentie van de vertrouwenspersoon
Mail: vertrouwenspersoon@ruimewind.nl

4. Zwarte lijst
Deelnemers die zich schuldig maken aan pestgedrag worden hierop aangesproken en hier kan een
sanctie opgelegd worden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een gele of rode kaart. De rode kaart
zal dan resulteren in verwijdering van het kamp en uitsluiting van verdere deelname. Van
deelnemers met een rode kaart wordt een lijst bijgehouden. Deze kunnen niet meer mee als
deelnemer en mogen later ook niet meer mee als vrijwilliger.
Een vrijwilliger die de gedragscode overtreedt en daarmee de veiligheid van de deelnemers in het
geding laat komen, zal geroyeerd worden als vrijwilliger en zal geregistreerd worden op een zwarte
lijst.

5. Pesten
Omdat de minderjarige deelnemers die deelnemen aan de kampen van de Ruime Wind vaak uit
kwetsbare thuissituaties komen is het van belang om een zo veilig mogelijk sfeer te bieden aan de
deelnemers. Een proactief beleid op het gebied van pesten is van belang. Binnen de kampen zal er
expliciet aandacht zijn voor positieve groepsvorming. Van alle vrijwilligers wordt verwacht dat ze
actief bijdragen aan de veilige sfeer in de groep. Bij pestgedrag zal er opgetreden worden. Zal
gebruiken in de vorm gesprek waaruit een gele kaart (officiële laatste waarschuwing) of een rode
kaart (verwijdering van het kamp).

6. Geweld
Ten opzicht van geweld hanteert de Ruime Wind een zero-tolerance beleid. Dit houdt in dat mensen
(vrijwilligers of deelnemers) die zich gewelddadig opstellen of geweld gebruiken hierop worden
aangesproken en dat dit resulteert in royement als vrijwilliger en een directe rode kaart voor een
deelnemer. In het geval van een deelnemer worden ouders/verzorgers direct op de hoogte gebracht.
Daarnaast zal de algemeen leiding of vertrouwenspersoon in het kamp contact opnemen met de
verantwoordelijke persoon uit het bestuur. Indien het bestuur oordeelt dat het geweld valt onder
het wetboek van strafrecht zullen bij politie/justitie worden gemeld.

7. Meldingen grensoverschrijdend gedrag
Meldingen over grensoverschrijdend gedrag kunnen via een van de vertrouwenspersonen
binnenkomen. Indien gewenst, zal deze vertrouwenspersoon contact opnemen met de
verantwoordelijke persoon binnen het bestuur. In principe zal dit bestuurslid in samenspraak met het
bestuur handelen. Mocht er echter sprake zijn van gedrag dat aan te merken is als een misdrijf heeft
dit bestuurslid het mandaat om gelijk actie te ondernemen. Belangrijk hierbij is dat de
verantwoordelijke zo snel mogelijk de voorzitter en daarna de rest van het bestuur op de hoogte
brengt. Communicatie naar buiten loopt altijd via het verantwoordelijke bestuurslid of de voorzitter.
Indien nodig worden vrijwilligers op de hoogte gebracht.